Pininfarina speelde een sleutelrol in de totstandkoming van de Alfa 33 als stationwagon. Het ontwikkelde en produceerde niet alleen de nieuwe aandrijflijn, maar ook de fraaie carrosserie van het aanvankelijk alleen als 4x4 geleverde model.
Door en door sportief, zo’n Alfa 33. Met zijn heerlijk knetterende boxertje, uitnemende wegligging en zalige besturing was het een betaalbare droom voor elke enthousiaste bestuurder. En daarmee zo ongeveer het tegenovergestelde van een werklustige terreinwagen. Toch moest de 33 precies dat voorstellen na het debuut van de 4x4-aandrijflijn tijdens de IAA van 1983. De integrale aandrijving was namelijk niet ontwikkeld om de wegligging een positieve impuls te geven. De handmatig bij te schakelen achterwielaandrijving was er uitsluitend om de auto mobiel te houden als de ondergrond uit zand, modder, sneeuw of ander glibberig materiaal zou bestaan. Aan dat utilitaire karakter gaf de in 1984 gepresenteerde stationwagon-uitvoering van de 33 nog beter gestalte: extra ruimte om bemodderde laarzen, lompe sneeuwschoenen en wat dies meer zij achterin te kunnen werpen, is immers wel zo handig. Net als bij de Alfasud werd de fraaie naam Giardinetta (Italiaans voor tuintje) van stal gehaald. Aanvankelijk was hij er alleen met 4x4-aandrijving; de voorwiel aandrijver kwam pas een jaar later.







Leave a comment: