Mededeling

Collapse
No announcement yet.

FIAT Lovers

Collapse
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
new posts

  • De Fiat Bravo en Brava leken veelbelovend maar werden voetnoten in de geschiedenis

    Topjaar 1995



    ​De rubriek Topjaar gaat in 2025 30 jaar terug in de tijd. 1995 is de boeken ingegaan als het jaar van legendarische modellen als de Alfa Romeo GTV, Peugeot 406 en BMW Z3. Maar we trappen de serie af met een auto die in eerste instantie als duo ter wereld komt: de Fiats Bravo en Brava.




    Hoe zag het aanlooptraject eruit?

    Fiat staat er begin jaren 90 niet goed voor, waardoor zakenbank Mediobanca zich genoodzaakt ziet om de financiële bezem door het merk te halen. Gelukkig zorgt de opvolger van de Uno, de Punto, rond 1994 weer voor de nodige ademruimte. De strak gelijnde nieuwkomer is direct succesvol en heeft al snel 20 procent van het B-segment in handen. Fiat wil de stijgende lijn doortrekken met de opvolger van de Tipo. Die wordt in recordtijd (iets meer dan twee jaar van eerste schets tot productie) ontwikkeld en verschijnt aanvankelijk in twee gedaantes: de driedeurs Bravo en de 17 centimeter langere, vijfdeurs Brava. Met de Bravo mikt Fiat op jonge, sportieve automobilisten, de bravere Brava is bedoeld voor praktisch ingestelde gezinnen. De naam Brava gebruikte Fiat in de VS overigens al eens eerder voor de sedan die wij kennen als 131. In Japan werd de Bravo opgedoopt tot Bravissimo omdat Mitsubishi al een model had dat Bravo heette.

    In tegenstelling tot de Punto, een ontwerp van Giugiaro, komen de Bravo en Brava uit Fiats eigen Centro Stile, dat onder toeziend oog staat van Ermanno Cressoni. De ontwerpen zijn afgerond en organisch en daarmee typisch jaren 90. Opvallend zijn de smalle koplampunits. Voor de Bravo en Brava worden verschillende achterlichtunits ontworpen; grote ovaalvormige exemplaren voor eerstgenoemde en twee setjes van drie smalle ‘strepen’ voor de Brava. Ook de dashboards, eveneens ‘zacht en afgerond’ van opzet, zijn (subtiel) anders met verschillende klokken en stuurwielen. Het onderscheid tussen de twee versies wordt zelfs doorgetrokken naar de carrosseriekleuren; heldere, uitgesproken tinten voor de Bravo en gedekte, brave kleuren voor de Brava.



    Hoe werden ze onthaald door pers en publiek?

    Fiat spaart kosten noch moeite om de Bravo en Brava onder de aandacht van het publiek te brengen. Zo wordt half Turijn versierd en liggen de etales vol met koplampen, achterlichten en andere onderdelen van de twee nieuwkomers. Fiat is een van de eerste automerken die het dan nog in de kinderschoenen staande internet ontdekt. De advertenties in kranten en tijdschriften zien eruit als geprinte webpagina’s. Het publiek is enthousiast over de auto’s; in de eerste twee maanden worden er 220.000 Bravo’s/Brava’s verkocht, waarvan 90.000 in het thuisland.

    Ook de autopers is te spreken over het duo. Sterker: ze schoppen het gezamenlijk tot Auto('s) van het Jaar, waarmee die trofee in handen blijft van Fiat, dat in 1994 met de Punto ook al met de hoofdprijs aan de haal gaat. Na een veelbelovende start gaat het echter al snel bergafwaarts met de verkopen.



    Hoe revolutionair waren ze eigenlijk?

    Wat betreft design zijn de Bravo en Brava behoorlijk vooruitsterevend. Het zijn in ieder geval geen dertien-in-een-dozijn-modellen en ze fleuren het conservatieve C-segment dan ook lekker op. Op technisch gebied is het minder spannend: het C1-platform is een doorontwikkeling van dat van de Tipo en verschaft de Bravo en Brava prima rijeigenschappen. Waarbij de afstemming van het Bravo-onderstel iets sportiever is dan dat van de Brava.



    Wat waren de keuzes bij de marktintroductie?

    Instappen doe je met een S- of SX-uitvoering met 1.4 van 80 pk, daarna loopt het van een 1.6 (103 pk) en 1.8 (113 pk) op naar de topversie, de HGT met een 147 pk sterke 2.0 vijfcilinder. Die is er overigens alleen als Bravo. Voor de dieselaars heeft Fiat een turboloze 1.9 van 65 pk beschikbaar. In 1996 komt er versterking in de vorm van een 1.9 turbodiesel van 75 of 101 pk. De Bravo/Brava S is een echte basisversie, zonder meegespoten bumpers of andere ‘luxe’ zoals een toerenteller, centrale vergrendeling of een in delen neerklapbare achterbank.



    Wat waren de concurrenten?

    Net als bij de Tipo heeft Fiat bij de ontwikkeling van de Bravo/Brava maar een model in het vizier: de Volkswagen Golf. Die kunnen de Italianen redelijk partij bieden, totdat Volkswagen in 1997 de lat wat betreft bouwkwaliteit en afwerking ineens een stuk hoger legt met de Golf IV. Een andere concurrent, de Ford Escort, gaat in 1998 over in de snaarstrak gelijnde Focus, die ook nog eens geweldige rijeigenschappen biedt. Renault heeft in 1995 de succesvolle Mégane gelanceerd, Peugeot gaat lekker met de 306 en Opel heeft met de Astra een degelijke allemansvriend in de showroom staan. Voor Fiat resteren met de Bravo/Brava de kruimels, die het mag verdelen met onder andere de Toyota Corolla, Citroen Xsara, Nissan Almera en Mazda 323.



    Nog bijzonderheden tijdens hun levensloop?

    In 1996 komen de Marea (sedan) en Marea Weekend (stationwagon) de line-up versterken. Beide wederom met een uniek setje achterlichten. Een jaar later verschijnt op een aangepaste versie van hetzelfde platform een auto die de gemoederen tot op de dag van vandaag bezighoudt: de Multipla, een opmerkelijk ogende MPV met drie stoelen voorin. In 1998 krijgen de Bravo en Brava een bescheiden facelift, waarbij de 1.4 12-kleps basismotor plaats maakt voor een 1.2 16-klepper van 82 pk. JTD’s met common rail-inspuiting nemen de plaats in van de diesels met indirecte inspuiting. In 2001 is het einde verhaal voor de Bravo en zijn vijfdeurs zusje. Hun plaats wordt ingenomen door de Stilo, waarvan geen Stila verschijnt. De Stilo is er ‘gewoon’ als 3- en 5-deurs, in 2003 gevolgd door een stationwagon, de MultiWagon. Fiat blijft met de Stilo wel trouw aan het idee van verschillende achterlichtunits voor de verschillende uitvoeringen. De Brava is nog tot 2003 doorgeproduceerd in Brazilië.





    Welke uitvoering spreekt het meest tot de verbeelding?

    Dat moet de HGT zijn met z’n 147 pk (154 na de facelift) sterke 2.0 vijfcilinder twintigklepper. Een heerlijke motor met een heerlijk geluid, die de Bravo in 8,5 seconden naar de 100 helpt en tot dik over de 200 km/h doortrekt. Als enige Bravo heeft hij standaard ABS, zij-airbags en een cd-speler, al zijn de lichtmetalen wielen met 195/55 R15-rubber visueel stukken interessanter. Evenals de spoiler aan de voor- en achterkant, bredere wielkasten, zijskirts, witte wijzerplaten en leer op stuur en pookknop. Met een prijs van omgerekend €21.759 was het veruit de duurste Bravo die je kon krijgen. Ter vergelijking: de basisversie, de S, had je in 1998 voor €13.046.

    Wilde je destijds echt iets mafs, moest je aankloppen bij carrosseriebouwer Maggiora voor de Bravo 2400 HGT Granturismo met bijzondere bodykit en onder de kap geen 2.0 vijfpitter maar een dikke 2.4.



    Wat is de impact van de Bravo en Brava geweest?

    Veel kleiner dan Fiat had gedacht en gehoopt. De modellen zagen er leuk en onderscheidend uit maar werden al snel links en rechts ingehaald door de concurrentie. Daardoor zijn de Bravo en Brava niet meer dan voetnoten in de geschiedenis van Fiat. Idem voor de Marea. Daar staat tegenover dat platformgenoot Multipla het wél voor elkaar kreeg om de autowereld op zijn grondvesten te laten schudden. Al was dat niet helemaal vanwege de juiste redenen ...


    Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

    2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

    Comment


    • Deze Fiat is antiek, origineel en rijdt nog steeds!
      Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

      2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

      Comment





      • Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk Pro

        Comment


        • Nieuwe Grande Panda is niet de eerste elektrische Fiat Panda

          De nieuwe Fiat Grande Panda kan je ook als elektrische auto bestellen, maar dat blijkt niet de eerste elektrische Panda van de Italiaanse constructeur...


          Samenvatting 1990 Fiat Panda Elettra
          • Elektromotor van 13 pk
          • Accupakket van 12 loodbatterijen van 6 volt
          • Rijbereik van 100 km

          We moeten er al even voor terug in de tijd, maar het is niet de eerste keer dat Fiat een puur elektrische (Grande) Panda uitbrengt. In 1990 stelden de Italianen de Panda Elettra voor, aangedreven door een bescheiden elektromotor van 13 pk.



          Die kreeg zijn stroom uit niet minder dan twaalf loodbatterijen van 6 volt: tien daarvan lagen achterin (waardoor de achterbank moest sneuvelen), de andere twee kregen een plek onder de motorkap.

          Rijbereik?

          Opladen kon enkel aan een stopcontact en duurde 8 uur, waarna het rijbereik ongeveer 100 kilometer bedroeg. Met zijn manuele vierbak was een top van 70 km/u mogelijk, al raadde Fiat zelf een kruissnelheid van 50 km/u aan. Het autootje was wel al voorzien van regeneratieve remmen.



          Fiat hechtte behoorlijk wat belang aan dit project, en in 1992 kwam er zelfs een evolutie, de Panda Elettra 2, met een motor die nu 24 pk sterk was en gevoed werd door een nikkel-cadmiumbatterijpakket.

          Als dusdanig bleef de Panda Elettra tot 1998 in de catalogus staan. Fiat wist er in totaal enkele duizenden exemplaren van te slijten, voornamelijk aan overheidsdiensten.














          Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

          2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

          Comment


          • FIAT 1300 (1964)










            Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

            2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

            Comment


            • FIAT Dino 2.4 Bertone (1970)





















              Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

              2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

              Comment


              • Wat een plaatje en met Ferrari genen
                Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

                2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

                Comment





                • Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk Pro

                  Comment





                  • Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk Pro

                    Comment


                    • Van 20 tot 24 maart organiseert RM Sotheby’s een online veiling met drie bijzondere auto’s. Ze hebben één ding gemeenschappelijk: ze behoorden toe aan Giovanni Agnelli, de legendarische baas van Fiat en bekende jetsetter.











                      Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

                      2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

                      Comment


                      • Knap die 130. Spijtig dat ze die nooit uitgebracht hebben.
                        Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

                        2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

                        Comment


                        • Wel in coupe


                          Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk Pro

                          Comment


                          • Fiat Panda 1.2 – 2010 – 400.000+ km - Klokje rond
                            Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

                            2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

                            Comment


                            • FIAT 600 D Vignale (1962)































                              Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

                              2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

                              Comment


                              • Daar hebben BMW en DKW destijds goed naar gekeken voor hun modellen.
                                Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

                                2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

                                Comment


                                • 1981 Fiat 131 Walter Röhrl























                                  Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

                                  2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

                                  Comment


                                  • Toen stationwagons nog echte werkpaarden waren - Renault 12 Break vs. Fiat 131 Mirafiori Familiale

                                    Voor de MPV en SUV



                                    Stationwagons waren lange tijd echte werkpaarden, waarop soms werd neergekeken als je ze ook voor je gezin gebruikte. Maar in de Renault 12 Break en Fiat 131 Mirafiori Familiare is het – ook op de achterbank – goed toeven voor je gezinsleden. Dat werk mag je best mee naar huis nemen. Resteert alleen de keuze voor Frans veercomfort of een Italiaans vleugje sportiviteit.

                                    Er zijn werkpaarden en luxepaarden, volgens een oud gezegde. Dat geldt ook voor auto’s. Stationwagons waren lange tijd echte werkpaarden, bedrijfswagens waarbij de functionaliteit vooropstond. Comfort voor passagiers en design waren van ondergeschikt belang, luxe was ver te zoeken. De laadruimte was vaak niet bekleed en onder de achteras prijkten bladveren. Op dergelijke stations werd een beetje neergekeken als je die ook voor je gezin gebruikte. Alsof je je werk meenam naar huis. Totdat eind jaren zeventig de lifestylestations begonnen op te komen. Die waren comfortabeler uitgevoerd, luxueuzer aangekleed, en het design van de achtersteven was niet langer aan de stagiair overgelaten, maar serieus aangepakt. Denk bijvoorbeeld aan de Renault 18 Break, de opvolger van de Renault 12 Break in deze test. Die had een dermate fraaie achterpartij dat veel mensen hem beter geslaagd vonden dan de sedan. En van de Fiat 131 Mirafiori, de andere testkandidaat, kwam in de tweede serie de uiterst luxueuze Supermirafiori uit, die ook als stationwagon verkrijgbaar was. Dat kun je rustig een lifestylestation noemen, al was aan de vormgeving van de achterkant nog geen extra aandacht besteed. Sindsdien is de stationwagon steeds meer ingeburgerd geraakt als gezinsauto.



                                    1300 met 65 pk: dat was normaal in de middenklasse

                                    De eigele Fiat 131 Mirafiori Familiare uit deze test is een 65 pk sterke 1300 uit 1976. Er was destijds ook een 1600 leverbaar met 75 pk. De 131 Mirafiori – die naam verwees naar de fabriek waar het model werd gebouwd – kwam in 1974 op de markt als opvolger van de 124. Zijn voornaamste concurrenten waren de Ford Taunus, Opel Ascona, Peugeot 304, Renault 12, Mazda 818 en VW Passat. Eigenlijk had het model alleen Mirafiori zullen heten, omdat Fiat wilde afstappen van getallen als type-aanduiding, maar het is dus een hybride naam geworden. De motoren waren overgenomen van de voorganger – gietijzeren blokken met aluminium kop – en dreven de achterwielen aan. Er waren twee carrosserievarianten: een sedan (twee- of vierdeurs) en een stationwagon, genaamd Familiare, die bij Seat in Spanje werd gebouwd. Naast de basisuitvoering was er de rijker uitgeruste ‘Special’, herkenbaar aan dubbele ronde koplampen, een chroomlijstje rond de zijruiten en een ander instrumentenpaneel. In 1976 verscheen de sportieve 131 Abarth met 2-liter zestienklepsmotor (140 pk), Kugelfischer brandstofinjectie en onafhankelijke achterwielophanging. Dit was een tamme versie van het gelijknamige rallykanon dat Fiat wilde homologeren. Dat kon alleen als het een productiemodel betrof waarvan minstens 500 exemplaren waren vervaardigd. In rallyspecificatie was het met zijn 215 pk een geducht wapen, dat het WK Rally driemaal heeft gewonnen (in 1977, 1978 en 1980), daarmee de Lancia Stratos opvolgend.



                                    Stationwagon werd na facelift Panorama

                                    In 1978 werd de Mirafiori gefacelift. De belangrijkste wijzigingen van deze tweede serie waren het luxueuzere interieur met eenspaaks stuurwiel, de grote, vierkante koplampen, en de komst van nieuwe 1,3- en 1,6-litermotoren met twee bovenliggende nokkenassen die voor de – eveneens nieuwe – topversie Supermirafiori bestemd waren. Bovendien kwam de Racing in het programma, een snelle jongen met een tweeliter twincam-motor van 115 pk en close-ratio vijfbak. Daarnaast werden dieselmotoren leverbaar van 2,0- (60 pk) en 2,5-liter (72 pk); in Nederland werd overigens alleen de laatste geleverd. De stationwagon werd nu Panorama genoemd.
                                    De derde serie, wederom licht gefacelift, verscheen in 1981. Alle varianten kregen nu twincam-motoren, de 1,3-liter werd vervangen door een 1,4-litermotor en de Supermirafiori kreeg de tweeliter. In Nederland was nu ook de 2,0-literdiesel verkrijgbaar. Medio 1981 kwam er opnieuw een snelle versie uit, de Volumetrico Abarth, voorzien van de tweelitermotor, maar dan met turbo die het vermogen op 140 pk bracht. In 1983 werd de sedan opgevolgd door de op de Ritmo gebaseerde Regata. De stationwagon bleef in productie totdat de Regata Weekend hem in 1985 opvolgde, een duidelijke lifestyle-naam.



                                    Renault 12 kwam in 1969 op de markt

                                    De Renault 12 kwam in 1969 op de markt als opvolger van de modellen 8 en 10. Zijn directe concurrenten waren de Peugeot 304, Simca 1301, Fiat 124, Ford 12M en Ford Escort. Het model was leverbaar als vierdeurs sedan en als stationwagon, de Break. Voor zijn tijd was het een moderne auto met voorwielaandrijving, een ruim en comfortabel interieur, goede prestaties en een laag verbruik. Hij had echter niet de onafhankelijke wielophanging die Renaults kenmerkte, maar een starre achteras. De motor had als basis het gietijzeren blok van de 8 en 10 Major, dat tot 1.289 cc was vergroot, en lag in lengterichting voor de vooras. Er waren twee uitrustingsniveaus: L en TL.
                                    Van 1970 tot 1974 was de potente 12 Gordini leverbaar, met de aluminium 1.565 cc motor uit de Renault 16 TS, die 125 pk produceerde en voorzien was van een vijfbak en schijfremmen rondom. In 1972 verscheen het topmodel 12 TS. Deze had een dubbele carburateur op de 1,3-litermotor, waardoor het vermogen steeg naar 64 pk (top 150 km/h). ‘Vliegtuigstoelen’ (voorstoelen met geïntegreerde hoofdsteun) en een toerenteller waren de opvallendste veranderingen binnenin. Eind 1973 werd de TR leverbaar, die qua uitrusting tussen de TL en TS zat en een automatische transmissie had.

                                    Renault 12 tot in 2004 geproduceerd

                                    In 1975 kreeg de 12 een facelift. Een andere neus, grotere achterlichten voor de sedan en rubberstrips op de bumpers zijn daarvan de voornaamste uiterlijke kenmerken. Binnenin was er een geactualiseerd dashboard, een met kunststof bekleed vierspaaks stuurwiel en iets meer luxe. In 1980 werd de Franse productie beëindigd ten gunste van de 18, die in 1978 was verschenen. Daarna bleef de 12 nog in licentie geproduceerd worden tot 2004 (!), onder meer in Turkije, Roemenië, Brazilië, Colombia, Argentinië en Australië. Onze algengroene testkandidaat komt uit de tweede serie, is gebouwd in 1977, en heeft – zeldzaam voor een Break – een automatische transmissie.



                                    Renault oogt ouder dan Fiat

                                    Vanbuiten is te zien dat de conceptiedatum van de Renault enkele jaren vroeger heeft gelegen dan die van de Fiat. Door de grotere glasoppervlakken, de bumpers met kunststof hoekstukken en de strakkere lijnen oogt de Fiat iets recenter. Opvallend is dat de daklijn van de Italiaan afloopt naar achteren, wat de laadcapaciteit vast niet ten goede komt. De fraaie Dunlop-wielen van de Renault zijn een origineel accessoire. Doordacht detail: onder de benzinedop sluit de sierstrip van de Fransman expres niet aan. Mocht je morsen bij het tanken, dan loopt de brandstof achter de strip langs in plaats van over de strip heen af te buigen richting je kleren.





                                    Vanbinnen vooral ruim!

                                    Vanbinnen vinden we skai bekleding in beide testkandidaten – donkergroen in de Renault, zwart in de Fiat – en verder alleen het hoognodige. Beide interieurs zijn verrassend ruim. Zowel voor als achter zit het vrij zachte meubilair verrassend gerieflijk. Veel ondersteuning moet je niet verwachten en het skai doet weinig om je op je plaats te houden. De hoofdsteunen in de Renault zijn een origineel accessoire. Op de achterbank van de Fiat is er opvallend weinig hoofdruimte. Met mijn 1.93 m ben ik ruim een half hoofd te lang.
                                    Het dashboard van de Renault oogt vrolijk dankzij de talrijke gekleurde lampjes in de klokken. De facelift camoufleert hier aardig dat het model destijds al een tijdje meedraaide. Het luchtrooster over de hele breedte onder de voorruit is typisch Renault van die tijd en werkt adequaat. Eveneens kenmerkend voor Renault is de draaiknop links voor het verstellen van de koplamphoogte – zeker bij een stationwagon geen overbodige luxe.



                                    Het instrumentenpaneel van de Fiat oogt minder kleurrijk, maar wel opgeruimd en eigentijds, dankzij strakke cijfers, de halfronde vorm van de klokken, de zilverkleurige lijntjes rond slechts vier grote tuimelschakelaars en de platte vorm van de bedieningshendels aan de stuurkolom. Vergeleken daarbij komt het bakeliet van het stuurwiel en de pookknop gedateerd over.
                                    Beide kandidaten hebben achterbanken uit een stuk; in (ongelijke) delen platleggen was toen nog niet ingeburgerd. Om de achterbankleuning van de Fiat om te klappen moet je aan weerskanten een vergrendeling losmaken. Dat betekent dus omlopen. In de Renault is dat handiger geregeld: met een handgreep in het midden van de leuning ontgrendel je de leuning. In beide auto’s beschik je over een volledig vlakke laadvloer. In de Renault is die iets langer en hoger, in de Fiat breder. Uiteindelijk kun je in de Fiat iets meer lading verstouwen. Afdekzeiltjes voor de bagage hebben ze geen van beide.



                                    Renault rijdt gedateerder

                                    Zodra je gaat rijden merk je opnieuw dat de Renault van een eerdere generatie is dan de Fiat. Hoewel ze op papier aardig vergelijkbaar lijken, doet de hele rijervaring in de Fransman iets gedateerder aan dan die in de Italiaan. Geen van beide hebben stuurbekrachtiging, maar de Renault stuurt onverwacht zwaar en onderstuurd. Hier wreekt zich het feit dat de motor voor de vooras ligt. Ondanks het extra vermogen komt de krachtbron van de Fransman niet erg vlot over en vanaf 80 km/h maakt hij een beste bak herrie. De automaat schakelt daarentegen keurig en het rempedaal vergt weinig kracht. Het veercomfort is soepel, maar zonder het excessieve overhellen in bochten dat veel Franse auto’s uit die tijd kenmerkt.

                                    De Fiat komt levendig over en laat zich licht bedienen en sturen. Alleen de lange, schuinstaande pook die direct in de bak uitkomt, moet overtuiging gehanteerd worden, zeker als je achteruit wilt. En uiteraard stuurt de Mirafiori bij parkeermanoeuvres bepaald niet licht. In het interieur dringt minder rijgeluid door dan in de Renault, en wat je hoort, heeft een sportief tintje; dat vinden wij minder storend. De vering van de Fiat is stevig, maar zeker niet stug.

                                    De Renault komt dus op alle fronten wat gedateerder over dan de Fiat. Maar op het vlak van gebruiksmogelijkheden laat de Italiaan twee forse steken vallen. Als de achterbank regelmatig neer moet, is het irritant telkens te moeten omlopen om de leuning aan weerskanten los te maken. En op de achterbank passen alleen personen tot zo’n 1,75 m lengte – wel iets om rekening mee te houden. Het is natuurlijk maar wat je zoekt, maar wij prefereren desondanks de Fiat, vooral vanwege zijn rijkarakter.

                                    Technische gegevens Fiat 131 Mirafiori 1300 Familiare (1976)

                                    Motor 4 cil. in lijn
                                    Cilinderinhoud 1.297 cc
                                    Max. vermogen 48 kW/65 pk bij 5.400 tpm
                                    Max. koppel 101 Nm bij 3.000 tpm
                                    Aandrijving achterwielen
                                    Afmetingen (l x b x h) 4,24 x 1,63 x 1,41 m
                                    Topsnelheid 150 km/h
                                    0-100 km/h 16,2 s
                                    Gewicht 1.020 kg
                                    Vanafprijs (1977) ƒ13.667,- (sedan)



                                    Technische gegevens Renault 12 Break (1977)

                                    Motor 4 cil. in lijn
                                    Cilinderinhoud 1.289 cc
                                    Max. vermogen 44 kW/60 pk bij 5.250 tpm
                                    Max. koppel 88 Nm bij 3.500 tpm
                                    Aandrijving voorwielen
                                    Afmetingen (l x b x h) 4,37 x 1,62 x 1,46 m
                                    Topsnelheid 145 km/h (140 km/h)
                                    0-100 km/h 17,0 s (17,6 s)
                                    Gewicht 960 kg
                                    Vanafprijs (1977) ƒ13.880,- (sedan)

                                    * Tussen haakjes de afwijkende gegevens voor de R12 met automatische transmissie


                                    Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.

                                    2025 - BMW 1.20 (170 pk) - M Sport Pack Pro in Skyscraper Grau

                                    Comment

                                    Working...
                                    X